De toespraak

Ik schrijf de toespraak, maar het is św verhaal. Uw verhaal over het leven van de overledene, over hoe u zich hem of haar herinnert, over wat de overledene voor u betekend heeft.

In de toespraak probeer ik te verwoorden wat u mij heeft verteld. Als ik ergens over twijfel neem ik contact met u op. Ik voeg uit mijzelf geen religieuze of anderssoortige overwegingen toe.

In mijn toespraak probeer ik het leven van de overledene op een mooie wijze voor het voetlicht te brengen. Het is mijn ervaring dat dit altijd kan. Op die manier kan het levensverhaal voor de nabestaanden ook een bron van troost zijn.